door Emy Koopman • 

Tijdens het LiterCafé op 23 maart jl. droeg Emy Koopman haar gedicht ‘Uitgeput! (hart, grot, hobo)’ voor, in samenspraak met haar partner. Beluister hun voordracht of lees hieronder het gedicht. Emy Koopman is dit jaar gastschrijver van Liter

 

 

UITGEPUT! (HART, GROT, HOBO)

 

‘Deze wereld,’ zei iemand, ‘die vreet aan je hart’ –
de dokter, misschien,
van mijn moeder,
die vraagt of ik, inmiddels,
weer orgaanvlees eet,
want (een vrachtwagen met ‘Troost’ erop sjeest buiten voorbij)
‘wat anders toch wordt weggegooid,
kun je net zo goed…’

Schetsen: een groot ziekenhuis,
als een kleine stad,
met frappuccino’s voor gezonden,
en een kapper voor de zieken
Terwijl leeftijdgenoten zich wagen
aan ayahuasca,
of aan een tweede kind,
proberen wij, mijn hart en ik,
de MRI,
die ontbrak nog op de bucketlist
van gezondheidsapplicaties
Hij heet Colin, versta ik verkeerd
‘Het is de kóeling,’ lacht de arts,
die zorgt voor een ritmische, pompende klank,
als op een dancefeest, drukbezocht,
en Colin het middelpunt van

‘De mensheid,’ zei de oliesjeik,
‘die laat zich niet redden’
Want wie is bereid om in grotten te wonen?
Bij de volgende scan ga ik u vragen de adem stil te houden
Er lijkt niets
wat wij kunnen doen
om te stoppen:
de bedrieger, de vloed, de zucht –
dus eten we,
uitgeput

Inademen
Misschien geen boodschappen vanavond, geen
Uitademen
druiprekje, geen kleuren
De wereld doet het beter als
Niet meer ademen
ik níet de televisie
net zoals ik níet
Ademt u maar weer door
mijn planten

Want ze zeggen dat
we onbezoldigd mogen,
Inademen
nee, onbezorgd,
Uitademen
daar hebben we recht op,
Niet meer ademen
goedkoop vervoer,
maar ook
Ademt u maar weer door
dat we verantwoordelijk,
zorgeloos verantwoordelijk
Inademen
Als ik moest verwoorden hoe machteloos
Uitademen
woorden staan
Niet meer ademen
tegenover het woeden van
Ademt u maar weer door

Mijn hart, mijn hart
wijkt af, maar
binnen toelaatbare grenzen
Er zit ook vocht in,
maar waarin niet?
Niet meer dan een ontstekingsreactie,
een licht ontwricht systeem
Dat scheelt weer
zevenentwintig kilo wegwerpmateriaal
voor dit onderzeese land,
dat drijft op ontduiking, plastic
en afwateringssystemen

‘Levensgroot,’
zeggen twee mannen
op de radio,
die praten over het belang van rietjes
voor de hoboïst
En terwijl ik, eindelijk dan, adem,
onderbreken we even,
voor het nieuws en voor de middelen
– Boek nu uw zomervakantie naar Aruba –
die worden ingezet
om de verkoop te bevorderen

Grotten van de meeste stormen, vertaalt Google een zin
Niet waar ik om vroeg,
maar wat je wordt aangereikt
dat moet je pakken
Klinkt het goed, dan is het waar

Doorgaan dan? Was beweging, altijd al, het doel?
Beweging zal verbranden,
ons verzadigd vet
Beweging zal verlagen,
de dagelijkse kans
Beweging – doet u meestal zonder na te denken
Beweging maakt vrij

Het heilige wordt zichtbaar, in de onnodige beweging,
en de noodzakelijke trilling
Dus
ik draai mijn hoofd, en hoor weer de speler
nog altijd spreken, moedig opgeruimd:
‘Maar alles wat wij doen,’
Inademen
en hij zou het kunnen menen,
Uitademen
‘zou helemaal geen zin hebben’,
Niet meer ademen
‘zonder’

 

 

Dit gedicht verscheen in  Liter 112