door Leendert van der Sluijs

Zo veelbelovend als het concert was aangekondigd, zo zielsvervullend was het. Een ‘waarlijke ode aan Huub Oosterhuis’ – dat stond de organisatie voor ogen, of beter: ter ore. Om stem te geven aan het onzegbare. Om met elkaar te luisteren, te zingen. De voorgeschreven woorden, maar niet doodgeschreven. – Dat dit een concert voor iedereen zou zijn: een bewuste keuze. Volkszang. Daar deed Huub het voor.

Ik kende het Aquinokoor niet. Slechts één ken ik wel, Steven van der Gaauw. Hij deed me de uitnodiging. Ik kende ook de Dominicanenkerk van Zwolle niet. – Wat een grootsheid, verhevenheid, en tegelijk: als een uit de aarde aards thuis voor een familie met groot geluk.
Dat wat er gebeurde, wat we gingen doen, was dus zingen. Een Oosterhuis-repertoire. En af en toe stil luisteren naar Oosterhuis zelf, die ons wel wilde vergelijken met kinderen die ‘op hun fluitjes spelen’ – waarom? – ‘Ze doen het nergens om.’

De in het leven geroepen concertcommissie had, volgens het programmaboekje, de leden meegenomen in de keuze van liedteksten. ‘Waarom dit lied?’ ‘Welk lied mag niet ontbreken?’ En daarbij dus de gedachte: Laat het niet alleen een luisterconcert zijn. Het koor zal niet de hoofdrol hebben. De parochie zingt. Zonder parochie geen zang. Maar wie bedenkt de volgorde? Eerst dit en dan dat? Niet minder een bewuste keuze.

Alle liederen die we zongen heb ik thuis nog eens opgezocht in de bundel met verzamelde liedteksten. In een nawoord schrijft Oosterhuis dat hij zijn liederen heeft ondergebracht in zeven afdelingen. Al zingend rees in mij al het vermoeden: de concertcommissie verdient een grote pluim. Het programma was samengesteld met diep doorvoelde opzet. We gingen van ‘God – Ik zal’ naar ‘deze wereld’ en het ‘levend Boek’. Van ‘Mens voor mensen’ en de afdeling de dood (‘Zwemmen en varen / lopen de branding in’) naar de nieuwe wereld.

In de zo goed als geheel gevulde grote kerk klonken de liederen hoog en zuiver langs het gewelf, omarmend de pilaren, roerend het hart en de gedachten. Twee uit het koor, vader en dochter, zongen: ‘Sper je monden wijd open / ik zal ze vullen met brood’.

 

Meer over Huub Oosterhuis

Beluister hier het concert of zing mee

Aquinokoor | dirigent: Mark Walter | piano/orgel: Arjan van Baest | fluit: Marieke la Roi

Programma

Lied aan het licht

Ongezien

Lied tegen de derde wereldoorlog

Woord dat ruimte schept

Elke dag, alle dagen

Woorden van Huub Oosterhuis

Gij die weet – tafelgebed

Die mij droeg op adelaarsvleugels

Woorden van eeuwen her

Geen taal die hem vertaalt

Zwemmen en varen

Aan de hemel staat uw heerlijkheid geschreven

Woorden van Huub Oosterhuis

Jij nog naamloze

Dan zal ik leven

Uit staat en stand