door Leendert van der Sluijs

De Boekenkrant kopt boven een interview met Esther Gerritsen ‘Ik ga alleen nog maar over deze planeten schrijven’. Gebied 19 krijgt een vervolg. Het is haar eerste sciencefictionboek en het is niet alleen voor genre-liefhebbers bedoeld. Gebied 19 – over het mogelijke bestaan van een andere wereld, op een andere planeet – is geen uitstapje.
Wie Gerritsen een beetje volgt, weet dat zij aan een traject is begonnen. Een hoogstpersoonlijk schrijverstraject, waaraan alleen zij als schrijver deelneemt, moedig zoals een schrijver moedig moet zijn.

Na de eerste zin van Gebied 19 wordt nieuw land betreden. Het onbekende laat zich ontdekken – je moet maar durven, willen. Esther durft, wil. Voor haar is het onbekende sinds de romans De trooster en De terugkeer onmiskenbaar religieus. Hoewel, die dimensie zat er in Normale dagen, De kleine miezerige god en Superduif ook al in. Maar dat de werkelijkheid een religieuze is, lijkt zich aan de schrijver op te dringen. Gaat De trooster over vergiffenis van goddelijke komaf, De terugkeer cirkelt om een heuse lichamelijke wederopstanding uit de dood anno nu – expliciet voor wie eraan gelooft. Ja, er is nu eenmaal het onbekende en dat betekent – weet Gerritsen – vooral veel niet-weten, het is dat wat ons overstijgt en blijft overstijgen.

Naar dat overstijgende in onze werkelijkheid wordt in Gebied 19 opnieuw een gooi gedaan, maar nu in een wel heel speciale zin. Om over het overstijgende te schrijven of te lezen moet worden opgestegen, letterlijk, naar een andere planeet – of beter nog, schrijver en lezer ont-stijgen de dagelijkse werkelijkheid en de verbinding met planeet aarde komt op het spel te staan: hoe lief is ons ons huidige leven, dit leven met alles aan lief en leed, hoe kostbaar als het gemis van een geliefde groter wordt dan wat hier aan aards goed kan worden omarmd?

Uiteraard gaat Gebied 19 als roman over de liefde. De eerste roman die daar niet over gaat, moet nog geschreven worden. Maar in deze roman wordt de liefde tot op het alleruiterste beproefd. Kan liefde standhouden als het grootst mogelijke geloof wordt gevraagd? Wanneer de een kiest voor een totaal ander, nieuw leven, hoe zal de ander erop reageren?

In Gebied 19 komt de liefde tussen Tomas en Suzanne in een dubbele werkelijkheid terecht, met alle gevolgen van dien. Ze raken elkaar kwijt en houden elkaar toch vast. Wat waarheid voor de een is, vraagt geloof van de ander. Kan de twijfelende Tomas op planeet aarde overtuigd worden door de letterlijk zo andere, maar ook tastbaar dichtbije, werkelijkheid van Suzanne? Esther Gerritsen maakt er een knap verhaal van. Nergens wordt het ongeloofwaardig, hoewel er steeds op de rand van geloofwaardigheid gebalanceerd wordt.

Waarom kiest een schrijver als Gerritsen voor sciencefiction? Waarom over- of doorgestapt naar een andere planeet, namelijk TOI-700 d? Welk belang heeft ze erbij? Gaandeweg het verhaal (met ongemerkt toestemming, instemming, geloof van de lezer) wordt duidelijk dat Tomas alleen op deze manier tot een ‘vergeten’ van zijn oude belevingswereld gebracht kan worden. ‘Ze willen […] dat je vergeet dat je op een andere planeet bent.’ Bovendien las hij vroeger fantasy-boeken. ‘Tolkien, In de ban van de ring. C.S. Lewis, De Kronieken van Narnia.’ Hij las ze met overgave, buiten die boeken om interesseerde hem destijds eigenlijk niets. Precies dat is te vergelijken met de situatie waarin zijn vrouw en ook zijn zoon, nu leven, ontdekt Tomas.

Ja, in de roman wordt expliciet verwezen naar J.R.R. Tolkien en C.S. Lewis, de schrijvers van mythopoëtisch werk. Laatstgenoemde schreef ook sciencefiction, de veelgeroemde Ransom-trilogie. Volgens Lewis vergroot sciencefiction ‘onze voorstelling van de reikwijdte van mogelijke ervaringen’ en worden er ‘sensaties gewekt die we nooit eerder gehad hebben’ (‘On Science Fiction’, in Essay Collection, p.459). Er is een veelheid aan sciencefiction, maar die van C.S. Lewis, Aldous Huxley (Brave New World), George Orwell (1984) gaat in het spoor van de oer-sciencefictionroman Wij van Jevgeni Zamjatin, door Lewis ‘satirisch of profetisch’ genoemd. Ook Esther Gerritsen lijkt in dit spoor te willen gaan. Schrijft Zamjatin dat ‘weldra onbekende wezens die […] op andere planeten huizen onder het weldadige juk van de rede [gebracht zullen worden]’ en dat het daarom ‘onze plicht is [anderen] te dwingen gelukkig te zijn’, zo wordt in Gebied 19 het ‘grote vergeten’ dwingend opgelegd. ‘Ergens zijn ze [nu] allemaal gelukkig, of ze denken dat ze dat zijn. Ze zijn [bijvoorbeeld de mensen die stierven] vergeten.’

De idee biedt in de roman oneindige perspectieven. De titel verwijst naar een hersengebied bij mensen, in de visuele schors. In gebied 19 komen alle beelden voor het eerst binnen, beelden die daarna in andere hersengebieden betekenis krijgen. Wordt bijvoorbeeld een flashback van een trauma opgeroepen, licht gebied 19 op en beleeft de betreffende persoon daar het trauma letterlijk opnieuw – en heeft hij niet door ‘dat hij zich emotioneel in het verleden bevindt in plaats van het nu’. Hiermee kan een omgekeerde route worden gegaan. Zorg voor voldoende programma’s die mensen op aarde traumatiseren, zodat zij daarvan in een andere wereld voorgoed genezen willen zijn…

Gebied 19 is een adembenemend ingenieus verhaal. Een verhaal dat oneindig nieuwsgierig maakt naar het vervolg.

 

 

Esther Gerritsen, Gebied 19. De Geus 2023, 314 blz., € 23,99. Deze recensie verscheen in Liter 111.