door Sacha Bronwasser •

Het zeer korte verhaal ‘Trouw’ verscheen in Liter 107. Sacha Bronwasser is schrijver, spreker en curator, en opgeleid als kunsthistoricus. Haar nieuwe roman Luister beleeft herdruk op herdruk. Een lovende Liter-recensie leest u hier.

 

 

Ze is hem inmiddels in jaren gepasseerd. Maar hij heeft bijna zes eeuwen op haar gewacht, dat zegt toch alles? Trouw is voor eeuwig en maalt niet om leeftijd, daar zijn ze het over eens. Kijk naar die Franse president en zijn vrouw, dat kan heel bestendig zijn. Bovendien doet ze haar oefeningen elke ochtend, mens sana in corpore sana. Haar taille is er nog.

Sinds haar pensionering hebben ze meer tijd voor elkaar. Doordeweeks neemt ze nu elke dag de metro naar station Charing Cross, stapt stevig door, de toeristen ontwijkend. Als ze vroeg is en het weer het toelaat eet ze alvast haar sandwich, leunend op de rand van de fontein. Dan wandelt ze de National Gallery binnen, zet koers naar zaal 63 en schuift klokke één in zijn blikveld. Trouw is ook: op tijd zijn.

Zijn blik is alert vandaag. Ze ademen even synchroon, dat is zo’n dingetje van hen samen. Aan weerszijden van glas dat niet beslaat, waartegen ze hun handen niet hoeven leggen om elkaars warmte te weten. Een ander zal dat nooit begrijpen.
Er zijn nieuwe kookplaten geïnstalleerd, inductie, met een sleuf waar de damp ingezogen wordt, had ze dat al verteld? De pioenrozen bloeien uitbundig, volgende keer laat ze hem een foto zien. Ze moet nu een paar dagen naar moeder in Bath. Op vrijdag zal ze er weer zijn, beloofd.

Er zijn bezoekers die het rood van zijn tulband ook willen bewonderen, of de levendigheid van zijn blik onder het craquelé. Zijn kraaienpootjes, zijn gemêleerde stoppeltjes. Daar kan geen sprake van zijn. Ze heeft wel eens iemand weggeduwd. Ook wel eens geschreeuwd, ja. Maar nu staan haar tanden in een bovenarm, het zachte vlees wijkt zo gemakkelijk, een roestige smaak op haar tong. Wat doet die ander hier dan ook.
Acht sterke handen zijn er ineens, onder haar oksels en om haar enkels. Het zal ze verbazen, zo veel kracht er in dit lijfje huist. Hij kan niet protesteren, haar ingekaderde schat. Maar hij volgt haar terwijl ze haar wegdragen. Zijn oog in haar oog, in voor- en tegenspoed.