door Leendert van der Sluijs

Over Abdelkader Benali, Moeder en zoon – een verhaal over thuiskomen |

Was zijn moeder erbij op die dag, op dat moment dat hij zijn lezing hield, over haar en zichzelf? Ze zal ademloos geluisterd hebben. Of heeft ze in ieder geval zijn verhaal gelezen? Als zij die moeder is over wie hij schrijft, heeft ze wellicht opnieuw een traantje weggepinkt – zoals ze in het verhaal huilde om wat hij vertelde over twee zonen en een vader. Over de uiteindelijk sterke vader die zijn twee zonen niet afvalt. Ook niet als er keuzes worden gemaakt die hoogst ongelukkig maken. Abdelkader Benali vertelde deze parabel uit de Bijbel tijdens een reis die hij met zijn moeder naar Sint-Petersburg maakte, om er Rembrandts beroemde schilderij De terugkeer van de verloren zoon te zien. De reis en het kunstwerk zijn voor hem geen doel maar middel. Het is om ‘de afstand die we tot elkaar hebben op te heffen’. Voor de schrijver wordt de reis intussen een ware beproeving. ‘Met je moeder op pad gaan is een doorlopende dag des oordeels.’

Benali deed als moederszoon verslag van deze reis, en wel in de Henri Nouwen-lezing ‘Thuis’ die hij vorig jaar hield. De lezing vormt de basis voor het puntgave boekje Moeder en zoon dat onlangs bij Lannoo is verschenen. Wie de lezing vergelijkt met het boekje (de lezing stelde hij hier beschikbaar op de Litersite), merkt hoe de schrijver er alles aan gelegen is een waar beeld van zijn moeder te tekenen. Als een Rembrandt schetst of etst hij haar met prachtig lijnenspel.

Door de reis met zijn moeder zoekt de auteur een antwoord op de zwaarwichtige vraag naar hoe wij mensen thuiskomen, thuiskomen op een manier die vele lagen dieper gaat dan alleen het gevoel je ergens thuis te voelen. Benali’s antwoord is: ‘[Thuiskomst] is een bevestiging van (..) weggaan. Het markeert de negatieve tijd, de tijd die mensen zonder jou doorbrachten, ook al zijn ze je vergeten, je bent er. Je bent er in het vergeten zijn.’ Precies dit nauwelijks te omlijnen feit geeft aanleiding tot het stellen van vragen als: ‘Wanneer is thuiskomen pijn gaan doen? En wanneer is weggaan van huis bevrijdend geworden?’ In Moeder en zoon komt Benali als oudste zoon uiteindelijk na een reis van drie dagen (het aantal dagen fungeert wellicht als een bijbels paasmotief) bij zijn ouders terug, thuis, echt thuis – ‘de verzadiging is intens’. Maar niet alleen hij; ook zijn moeder, en zelfs zijn vader, een man die is ‘gehavend door levensstrijd’. De reis en het schilderij De terugkeer van de verloren zoon van Rembrandt leren moeder en zoon in ieder geval anders, nieuw, naar elkaar te kijken.

Na zijn bloemlezing Belofte aan de wereld (2001, ‘een bloemlezing over het kind’) en zijn roman De langverwachte (bekroond met de Libris Literatuurprijs 2003) – een verhaal over generaties die op verschillende manieren verweesd kunnen zijn, bracht Benali in 2004 zijn novelle De Malamud-roman uit: een verhaal over vaders en zonen. In 2009 volgde zijn roman De stem van mijn moeder, in 2016 zijn non-fictie boek Brief aan mijn dochter en nog in 2019 het filosofisch kinderboek Mijn broer en ik. Luisteren naar en denken over de stem van de familie blijkt voor de auteur niet alleen iets existentieels en voorlopigs te zijn, maar ook de rode draad in het oeuvre.

In het hart van zijn verhaal over thuiskomen, staat als een intermezzo een beschouwing over nog een ander schilderij van Rembrandt, het Offer van Abraham. Benali noemt het het centrale verhaal van zijn opvoeding. Abraham moest ‘tegen zichzelf in opstand komen (..) om volledig mens te zijn’. Met het nieuwe boekje, dat parelt als een traan, lijkt Abdelkader het van zichzelf gewonnen te hebben. Hij kwam, keek om zich heen, en kwam thuis.

 

 

Abdelkader Benali, Moeder en zoon – Een verhaal over thuiskomen, Uitgeverij Lannoo, Tielt 2022, 62 blz., € 12,99
dit is een korte versie (geplaatst op Moederdag) van een in Liter te verschijnen recensie