Bespreking door Reinout Wibier
‘De nieuwe meester op de korte baan’ heeft uitgeverij Van Oorschot trots in rode letters op de achterflap van het boek van Sander Kollaard laten afdrukken. Die tekst is wervend en roept associaties op met Simon Carmiggelt, Martin Bril en Karel van het Reve. De laatste dag van de koning bestaat uit twee eerder uitgebrachte verhalenbundels, aangevuld met ruim honderd pagina’s verspreide geschriften. Wat mij vooral opvalt aan deze verzameling is de geheel eigen toon van het proza van Kollaard, dat in korte, trefzekere zinnen vaak sprankelt als frisse champagne. Eigenlijk leent dat proza zich het beste om zo af en toe een verhaal uit te lezen, omdat je geest er anders gewend aan raakt en daardoor misschien een beetje afgestompt. Mijzelf is dat niet gelukt, ik las de bundel binnen een paar dagen uit. Bodemdrift heet dat geloof ik.
Feit en fictie zijn op geraffineerde manier verweven in veel van de verhalen van Kollaard. Daardoor word je als lezer voortdurend geconfronteerd met de vraag of wat je leest nu waar is of niet. Dat doet denken aan de grote vraag die Pilatus hardop uitsprak toen Jezus voor hem stond: ‘Wat is waarheid?’ Fascinerend in dit opzicht is het verhaal over de goal van Marco van Basten in de finale van het EK van 1988. In het verhaal spreekt de hoofdpersoon met Marco van Basten en met de Russische keeper Dassajev over de onmogelijke treffer. De stijl is essayistisch, zodat je als lezer de indruk krijgt het onderzoeksverslag van een sportjournalist te lezen. De schriftelijke neerslag van een aflevering Andere Tijden Sport. In het gesprek met Keeper Dassajev komt diens geloof ter sprake. Was er bij die goal sprake van een wonder? Door het verhaal over de goal schemert bovendien het persoonlijke verhaal van de hoofdpersoon waarin een scène voorkomt waarbij hij ‘alles op alles moet zetten’ om te voorkomen dat hij de dominee van dienst op de kansel aanvalt. Het verhaal zit knap in elkaar, is prettig om te lezen, maar het had ook een ontregelend effect op mij. Inderdaad: Wat is waarheid?
In het titelverhaal van de bundel wordt een aanslag beschreven op de koning. Een aanslag die op allerlei manieren raakpunten heeft met gebeurtenissen die iedereen van het journaal kent. De aanslagen op de Twin Towers, die op Kennedy en vooral de aanslag van Koninginnedag 2009 in Apeldoorn op de koninklijke rijtoer. Er klinkt ironie door in de vertelling, die ook nogal wat sprookjesachtige elementen vertoont en opnieuw wordt de lezer gedwongen zich de vraag naar feit en waarheid te stellen.
Expliciet religieuze elementen zien we vooral terug in het derde deel van de bundel, het voorheen ongebundelde werk. In het verhaal ‘Bonafide’ speelt een engel een belangrijke rol en in het verhaal ‘Winkelcentrum Vredeveld-Noord’ is de eeuwigheid verbeeld als een winkelcentrum waar de individualiteit van de ronddolende zielen langzaam wordt uitgewist. Bovenaan het verhaal prijkt een bijbelcitaat, Johannes 10,28: ‘Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven.’ In de interpretatie van Kollaard is de eeuwigheid weinig aantrekkelijk en hij plaatst de woorden van Jezus daarmee in een andere, angstaanjagende context.
De bundel is niet alleen stilistisch en literair interessant. Tussen de regels verschijnt ook een levensbeschouwing waarin God vaak ver weg lijkt. En dat geeft, zoals het hoort bij literatuur, stof tot nadenken.
Sander Kollaard, De laatste dag van de koning. Verhalen en essays. Uitg. Van Oorschot, Amsterdam 2021, 465 blz., € 27,50.