door Gerrit van Meijeren

Over Michel Houellebecq, Vernietigen  |

 

Vernietigen, de nieuwe, achtste roman van Michel Houellebecq is omvangrijk en onevenwichtig. Al is dat laatste onvermijdelijk, omdat het leven van de hoofdpersoon uit het lood wordt geslagen. Lange tijd is niet duidelijk waar het verhaal heen gaat. Er duiken op internet geheimzinnige filmpjes op, waaronder een huiveringwekkende onthoofdingsvideo. Na de filmpjes volgen koelbloedige terreuraanslagen. Welke groep daarachter zit is een raadsel, al wordt hun systematiek steeds duidelijker. Als lezer word je betrokken bij het onderzoek van de Franse binnenlandse veiligheidsdienst en met alle aandacht voor hackers en cybersecurity waan je je al snel in een thriller.
De hoofdpersoon Paul Raison – ‘hij doet zijn naam eer aan, hij is heel redelijk’ – wordt pas aan het einde van hoofdstuk 2 geïntroduceerd. Houellebecq leidt ons steeds dieper binnen in diens persoonlijkheid en relaties. Paul is topadviseur van de minister van Economische Zaken. We schrijven 2027, aan de vooravond van de presidentsverkiezingen. Via Paul vernemen we welke strategieën er worden gevolgd en hoeveel macht de spindoctors opeisen. Houellebecq laat zich hier van zijn satirisch sterke kant zien.
Rond het herseninfarct dat zijn vader treft, leren we Pauls naasten kennen: zijn gelovige zus Cécile en zijn broer Aurelien en hun partners. Door de beroerte ontstaat er een hernieuwde toenadering tussen Paul en zijn vrouw Prudence. Zij wonen weliswaar officieel nog samen in de chique wijk Bercy, maar daarmee is alles wel gezegd. Hun appartement is al meer dan tien jaar in tweeën gesplitst en ze hebben elkaar al een jaar niet meer gezien. Die verwijdering werd volgens Paul ingezet toen Prudence veganist werd en het kan bijna niet anders of zij moet wel aseksueel geworden zijn.

De grote verrassing van deze roman vol vertelkracht is de opbloeiende liefde tussen de echtgenoten. Waar Houellebecq zijn protagonisten nogal eens tot eenzaamheid veroordeelt, verdiept hun relatie zich hier fysiek en emotioneel. Ten diepste is dat de zoektocht van Paul: niet die naar een orgasme, zoals het in de eerste helft van het boek lijkt, maar naar geborgenheid en liefde – waar seks wel een belangrijk deel van uitmaakt, het blijft Houellebecq.
Die liefde heeft Paul hard nodig als hij uitgerekend op zijn vijftigste verjaardag de diagnose tongkanker te horen krijgt. Vanaf dat moment verdwijnt al het andere naar de achtergrond: de politieke ontwikkelingen in het vaderland, de aandacht voor de terreuraanslagen, maar ook de verwikkelingen in Pauls familie, de nasleep van een suïcide en de broze conditie van zijn vader. Wat overblijft is het naakte leven tussen hoop en vrees. Wat overblijft is de naderende dood.
Houellebecq maakt dat in de laatste honderd pagina’s van de roman op een buitengewoon knappe, aangrijpende manier invoelbaar. Hij doet dat door een arsenaal aan medische en technische details over Paul en de lezer uit te storten, inclusief verwijzingen naar de vijf rouwfasen van Kübler-Ross, en woorden te geven aan de aftakeling van het lichaam, het verlies aan decorum, de verzwakking van Pauls geest en de droefheid om wat onontkoombaar is. Het laat je niet onberoerd.

Willem Jan Otten schreef eens over de mogelijkheid om langs de religieuze strekking van een kunstwerk heen te lezen. Dat kan ook gebeuren met Vernietigen, dat werkelijk doortrokken is van religiositeit. Paul heeft een ambivalente verhouding tot het cultuurkatholicisme dat hij van huis uit kent en dat in de roman vaak in één adem wordt genoemd met fundamentalisme. Verschillende keren gaat hij naar de Notre Dame de la Nativité de Bercy maar het is er altijd desolaat en de kerk is een volstrekt Fremdkörper in de (post)moderne buurt. Toch acht hij zich nog op pagina 464 niet klaar met kerk en christendom. Prudence vertolkt met overtuiging het alternatief. Zij is een aanhanger van wicca geworden en gelooft in reïncarnatie. Omdat volgens Paul de dood ‘het echte onderwerp van elke religie was’ spitst het zich aan het einde van het boek op 31 oktober toe: het is Samhain-sabbat én de vooravond van Allerheiligen.
Paul Raison mag als redelijk te boek staan, zijn leven is doortrokken van dromen vol verontrustende beelden. En er is aan het slot van de roman een moment van verlichting, een ondervinding van ‘diepe vredigheid’. Het vormt een sleutelscène. Enkele maanden daarvoor had Paul op precies dezelfde plek ook een bijzondere ervaring gehad. Wilde God daar een boodschap overbrengen? Toen reed hij weg in grote geestelijke onzekerheid. Nu, samen met Prudence, ervaart Paul ‘het leven in zijn essentie, het vredige leven dat zich van gevechten en pijnen niet bewust was.’
Als de romans van Houellebecq een seismograaf vormen van de tijd, dan weten we na lezing van Vernietigen hoe laat het is. Tijd voor oude heidense rituelen en natuurmystiek, voor reïncarnatie en pentagrammen, tijd waarin ‘de ambtenaren die de economie van het land bestierden zich lieten leiden door witte magie.’

 

Michel Houellebecq, Vernietigen (vertaling Martin de Haan). De Arbeiderspers 2023, 573 blz., € 29,99