Over De golf van Franca Treur
Door Judith Bravenboer
‘Op een boot zit je goed, en als de zeespiegel stijgt, stijg je gewoon mee.’ Dit is de stellige overtuiging van Bruno, de schrijver die de hoofdrol speelt in De golf. Samen met zijn vrouw Loes en zoontje Olivier bezit hij sinds een aantal jaren een woonboot. Niet dat hij van boten houdt of er iets vanaf weet, o nee, maar hij heeft een ingeving gekregen dat een boot het uitgelezen middel is om te overleven als de wereld zou vergaan. Of dat nu zal zijn door een overstroming als gevolg van klimaatverandering, of dat de coronapandemie de golven veroorzaakt – hij kan maar beter voorbereid zijn. De boot is het vaste fundament waarop hij zijn toekomst kan bouwen, en dat doet hij dan ook. Op obsessieve wijze legt hij voedselvoorraden aan en stort hij zich op het behalen van zijn vaarbewijs. Hij is er trots op dat hij het grote verhaal van de wereld zo overziet en doorziet, dat hij voorvoelt dat het de verkeerde kant op gaat en dat hij zich op tijd kan voorbereiden.
Dat anderen zich over heel andere zaken zorgen maken, merkt en begrijpt hij dan ook niet. Zijn vrouw heeft ambitie en wil promotie maken binnen de universiteit. Als zij Nancy, een studente, naar Bruno stuurt om hem te interviewen over zijn boeken en deze studente hem vervolgens kritisch bevraagt op het gebruik van “wild” als kwalificatie van Surinaamse meiden, reageert Bruno laconiek. Hij mag toch zeggen wat hij wil? Loes is echter bang dat het interview haar imago naar beneden zal halen, ze wil immers niet gezien worden als vrouw van een racist. Met beide handen grijpt ze dan ook de mogelijkheid aan om haar naam weer wat op te vijzelen. Nancy heeft dringend onderdak nodig, Loes biedt het haar, en zodoende komt de studente een tijdje op Bruno’s boot wonen. Als Bruno Nancy en Loes tijdens een gezellig avondje in hun woonkamer ineens verstrengeld ziet, is dit een donderslag bij heldere hemel.
Het is tekenend voor Bruno’s egocentrische levenshouding en zijn gerichtheid op het grote geheel. Door zich zo te storten op het redden van zichzelf in een haast verloren wereld, vergeet hij oog te hebben voor de mensen dichtbij. Hij communiceert nauwelijks meer met Loes en wat hem betreft mag alles vergaan, als hij het maar overleeft. Hij creëert nieuwe zekerheden in een wereld waarin alle zekerheden zijn weggevallen, hij klampt zich vast aan de controle die hij denkt te hebben in een oncontroleerbare wereld, maar waarvoor doet hij het? Wat is het waard als dat ten koste gaat van alles?
Het verbaast dan ook niet dat zijn bootideaal uitloopt op een deceptie. Het beeld van Bruno als een tweede Noach die overleeft terwijl de rest van de mensheid ten onder gaat, wordt bruut omgedraaid. Terwijl de hele wereld gewoon doordraait, komt hij terecht in het ziekenhuis – en dat niet door een ramp die de volledige mensheid treft, maar door een puur persoonlijke kwaal: ‘vet rond zijn organen van te veel pindasticks en gevulde koeken.’ Dat is het gevaar en de ironie van de zelfverzekerdheid waarmee Bruno zich al die tijd heeft gesierd. En vanaf de zijlijn ziet de lezer hoe hij zichzelf voor de gek houdt, hoe opportunistisch en egoïstisch hij ten diepste is, terwijl hij dat zelf niet ziet. Precies dit aspect trekt de lezer ook het verhaal in, maakt het soms pijnlijk herkenbaar, schetst op een puntige manier waar de zwakke plekken zitten in ons eigen denken en doen.
De golf is een dun boekje dat makkelijk wegleest, maar onder de oppervlakte schuilen vragen die we onszelf wel moeten stellen. Want wat laten wij van de ander heel, hoe gaan we om met het gelijk of ongelijk van onze medemens? Hoe trots zijn wij op onze brede, doordachte en vooruitziende blik, terwijl we het gevaar lopen het nabije en kleine uit het oog te verliezen? De golf confronteert ons in minder dan tachtig pagina’s met zulke accurate persoonlijkheden dat het ongemak en de herkenbaarheid voelbaar wordt, en dat is bewonderenswaardig knap gedaan.
Maar het slot doet pijn en voelt leeg, ondanks de poëtische formuleringen. Het fundament bleek wankelbaar en voor Bruno is verlossing onmogelijk. Er is geen redding. Het enige dat nog enigszins perspectief biedt, is schrijven: ‘Je moet er een beetje geloof voor bezitten, maar schrijven is heilzaam, alleen al om de onderneming, de tocht.’ Lezen is geloven, maar schrijven evenzo.
Franca Treur, De golf, Prometheus 2021, 80 blz., € 12,50.