door Levi Jacobs en Tim Pardijs

 

|  Wat te verwachten van Het kind? Misschien is dat het ‘m juist: kinderen zijn hun spontaniteit nog niet verloren, ze verrassen. En je zou kunnen zeggen dat kinderen nog in staat zijn om zich te laten verrassen. Dat Liter 116 het thema Het kind draagt, is geen toeval. We starten – na de hoofdzonden en de vergeving – een nieuwe cyclus. In zwart-wit, dat wel.

Misschien een reden om bij het lezen van deze Liter onze ideeën en oordelen af te werpen en de naïviteit te omarmen. Naïviteit stamt af van het Franse naïtre – geboren worden – en kan worden uitgelegd als ‘onbevangen waarnemen’. Dat past bij Liter. Dat past in deze roerige tijd, waarin onbevangenheid gekooid lijkt of gekaapt door de vele meningen. Maar naïviteit vergt ook ernst. Net als dat kinderen ernstig spelen, meedogenloos zelfs. Omdat hun geloof niet tegengehouden wordt door overpeinzingen of door relativering. Ernst is een sleutelwoord voor het spel. Voor het kind. Voor het geloof. Voor de poëzie. In een interview met kinderboekenschrijver Tjibbe Veldkamp valt nieuw licht over deze ernst.

In zekere zin is geloof de naïviteit van de volwassene, een overblijfsel van het kinderlijke, een oeroud verlangen naar het spontane. Want op geloof is geen grip te krijgen. Het is onverwacht als de lach van een pasgeborene, het ontspringt aan het hart, onmiddellijk, als een aanraking. Bovenal is het een ernstige aangelegenheid. Vol naïeve ernst zijn ook de bijdragen aan dit nummer. Het verhaal ‘Zijn laatste Jood’ van Arnon Grunberg, bijvoorbeeld. Of hoe Koos Geerds Eva vangt in een prozagedicht. Of de wijze waarop redacteur Reinout Wibier zich spiegelt aan de rijke jongeling uit het evangelie van Marcus in onze nieuwe rubriek ‘Bijschrift’.

Onbevangen ergens aan beginnen: kinderen doen het vanzelf, lezers moeten er misschien even voor gaan zitten.

 

Liter 116 verschijnt eind maart