door T.S. Eliot

Aswoensdag is de eerste dag van de Vasten, de tijd van inkeer en boetedoening, die eindigt met Pasen. T.S. Eliot kwam in 1923 in contact met de Amerikaanse dichter William Force Stead, die als anglicaans priester in Oxford zijn geestelijke leidsman werd. In 1927 trad Eliot toe tot de Church of England. Het zesdelige Ash Wednesday markeert deze omkeer. Deel I verscheen in de lente van 1928. Menno van der Beek, redacteur van Liter en dichter, vertaalde dit mystiek-religieuze gedicht. Hieronder leest u deel I.

 

I

Omdat ik niet hoop nog eens te veranderen
Omdat ik niet hoop
Omdat ik niet hoop te veranderen
Links en rechts om ruimte en om gunsten vragend
Ik wil niet langer zulke dingen willen
(Want waarom moet een oude adelaar zijn vleugels uitstrekken?)
Waarom getreurd
Om de verdwenen kracht van wat vroeger de leiding had?

Omdat ik niet hoop ooit weer mee te maken
Dat een gelukkig uur slecht vol te houden is
Omdat ik niet denk
Omdat ik weet dat ik niet weten zal
Wat de ware vluchtige kracht is
Omdat ik niet drinken kan
Waar bomen bloeien en het water stroomt, want daar is weer niets.

Omdat ik weet dat tijd altijd de tijd blijft
En ergens ook alleen maar ergens is
En actueel is actueel zolang het duurt
En ook maar op één plek
Ik ben gelukkig omdat dingen zijn zoals ze zijn en
Ik neem afstand van het heilige gezicht
En neem afstand van de stem
Omdat ik niet kan hopen nog eens te veranderen
En dus ben ik gelukkig omdat ik iets moet construeren om daar
Gelukkig mee te zijn.

En bid God om ons genadig te zijn
En bid dat ik kan vergeten
De dingen die ik te vaak met mijzelf bespreek
Te vaak uitleg.

Omdat ik niet hoop nog eens te veranderen
Laat wat hier staat gezegd zijn
Dat wat gebeurd is niet meer moet gebeuren
Moge het oordeel niet te zwaar vallen voor ons.

Want deze vleugels zijn nu niet meer om te vliegen
Maar het zijn waaiers met een beetje luchtverplaatsing
De lucht die nu volkomen ijl en droog is
IJler en droger dan de wil
Leer ons zorg en zorgeloosheid
Leer ons stil te zitten

Bid voor ons zondaars nu en in het uur van onze dood
Bid voor ons nu en in het uur van onze dood

 

 

Uit: T.S. Eliot, Ash Wednesday (1930), vertaling Menno van der Beek