door Leendert van der Sluijs

Over Hogere machten van Joost de Vries |

Aan de hand van één mens eraan herinnerd worden: het leven is een opeenvolging van rites de passage. Neem Noach, Abraham, Don Quichot of Dostojevski’s Raskolnikov. En nu is er James Welmoed – de held in Hogere machten van Joost de Vries. Hij is diplomaat. Verkeert begin vorige eeuw in Indië en later in Londen, Den Haag. Zijn vroegste herinneringen als kind? Rond zijn vijfde was hij in Engeland! Hij wordt een ‘lange, stille jongen’, ontmoet Elizabeth, trouwt Connie – en elke nieuwe doorgangsrite plaatst hem in een volgend verband. Zijn alle passages een voorafschaduwing van een uiteindelijke doortocht? Joost de Vries schrikt er niet voor terug.
James Welmoed heeft de mentaliteit en zelfs de allure van Koning Arthur. ‘Hij was sterk, zou geen saai leven hebben. Het zwaard uit de steen trekken.’ Hij wordt een verschijning. ‘Hij belichaamde […] het politieke spinnenweb, of de diepere wereld, net hoe je het wilt noemen. Er hing een zweem van obscurantisme om hem heen, zijn aanwezigheid in een vergadering veronderstelde hogere machten: redenen en verbintenissen die niet met het blote oog zichtbaar waren en nooit uitgesproken werden. […]  Buiten het departement […] groeide Welmoed uit tot een bron van speculatie. Een running gag. Ze verzamelden Welmoed-feitjes. Welmoed-waarnemingen – hij was een vliegende schotel. Hij zou zijn koffie uitsluitend tegen de klok in roeren. ‘Het schijnt dat hij geen spiegelbeeld heeft!’’ Hieraan zou toegevoegd kunnen worden: het leven van Welmoed is een leven voor de eeuwigheid – De Vries geeft hem dat.

Als er één roman is die holografisch genoemd kan worden, dan is het Hogere machten wel. Het verhaal is een meer dan driedimensionale weergave van vooral een na-oorlogs verleden. Afhankelijk van het gezichtspunt wordt het rondom getoond, en je hoeft je maar, ook illusionistisch, te verplaatsen om dat te zien wat nog niet werd waargenomen. Zoals de NASA onderzoek doet in de ruimte. Of zoals natuurkundige processen bestudeerd worden. Joost de Vries laat onder meer zien dat James Welmoed lijdt aan wat de Fransen décalage noemen, het gevoel zich niet in de juiste tijd te bevinden. ‘[Hij] zat vast in de tijd [en het] was niet alleen de verkeerde tijd waarin hij vastzat, ook de verkeerde plek.’ Zo ziet James zichzelf voortdurend. ‘Geen waarheid is opgewassen tegen het beeld dat een man van zichzelf heeft. […] Hij kon zich zien lopen alsof hij buiten zichzelf stond, de held in een film die zich afspeelde op een vreemde planeet.’ Bevrijdend is uiteindelijk zijn ontdekking: ‘Om jezelf te kennen moet je gezien [wórden].’

Passend bij zijn holografie is De Vries’ ratelende, flitsende, dansende stijl van schrijven. Of is dit boek niet zijn boek, maar uiterst geraffineerd de roman van Elizabeth van Elzenburg, als vertellende schrijfster en de minnares van Welmoed? Er is een (fictief) opgenomen interview: ‘Dit is live. Ik ratel. Weet u: ik maak mijn leven mee, elke dag.’ Joost de Vries wordt steevast met Mulisch vergeleken. Door Hogere machten dringt een vergelijking met Rushdie zich op. Altijd is er de daverende klap op talloze vuurpijlen, en sowieso begeeft de lezer zich in een spervuur aan zinnen, woorden, gedachten die met elkaar een intelligent verhaal vormen over feitelijk om het even wie of wat. Schrijft Rushdie bijvoorbeeld in Woede over een poppenmaker met poppenhuizen, ook De Vries kan de wereld voorstellen als een poppenhuis. ‘Een dapper poppenhuis. Dat is je leven. En hoe en wanneer het gebeurt weet je niet, maar dan opeens is er licht. Een zonsopgang. Maar het is niet zomaar licht – een sikkel van licht snijdt door het huis, een dubbele helix. Een aardbeving van licht. En de muren verkruimelen. Als losse atomen vallen de muren uit elkaar […]. [En] dan heel even, dat ene moment, ben je compleet, dan ben jij je hele leven tegelijk. En daardoor ben je niet bang. Want je bent nog nooit zo groot geweest, zo totaal. Je bent al die dingen. En dan ben je klaar.’

 

 

Joost de Vries, Hogere machten. Prometheus 2024, 320 blz., € 24,99. Deze recensie verscheen in Liter 113. Leendert van der Sluijs is redacteur.