door Rachel van der Sluijs

Over Fien Veldman, Xerox | Dit debuut werd genomineerd voor de Anton Wachterprijs 2024 | ‘Wat zij [als hoofdpersoon] wil is gekend en begrepen worden zoals haar printer haar kent.’

 

Fien Veldman – ze kreeg de Elise Mathilde Essayprijs 2018 en de Joost Zwagerman Essayprijs 2021 toegekend – begint haar debuutroman met een citaat van Rainer Maria Rilke: ‘Als er tussen de mensen en uzelf geen verbondenheid is, probeer dan de dingen nabij te zijn: zij zullen u niet in de steek laten.’
Hiermee zet de auteur direct de toon. De dingen zullen je niet in de steek laten, zoals mensen dat wel kunnen doen. Haar roman is een kantoorroman en in dit genre spelen hiërarchische verhoudingen, en de afhankelijkheidsrelaties die ermee gepaard gaan, een prominente rol. In de roman is een ik-figuur niet alleen functioneel, maar ook emotioneel afhankelijk van haar printer. Met dit apparaat voelt zij zich exclusief verbonden. De onmenselijkheid van bureaucratische kantoorprotocollen, waarin medewerkers vervangbaar zijn, ‘het kantoor draait ook zonder jou’, wordt bekritiseerd door de bijna menselijke rol die toegekend wordt aan het apparaat.

Xerox vertelt het verhaal van een kantoormedewerkster die het gevoel heeft ‘naar de buitenste rand van de maatschappij’ gedrukt te zijn. Ieder mens heeft het diepe verlangen om gezien en gekend te worden. Voor de hoofdpersoon uit Xerox vervult haar printer dit verlangen. Op het kantoor waar ze werkt, heeft ze de taak gekregen om brieven te printen. Een taak die ze uiterst serieus neemt, ook al is het de laagstbetaalde baan van het kantoor. Ergens in een afgelegen kamertje vinden haar werkzaamheden plaats. Haar missie gedurende het verhaal is een pakket opsporen dat ergens in de stad is afgegeven.

Naast het blootleggen van het absurdisme van de gebruiken in de kantoorsamenleving, ligt de focus van het verhaal op de intieme relatie die de hoofdpersoon heeft met haar printer. Wanneer zij spanningen op haar werk ervaart, zoekt ze haar toevlucht bij de printer. Dit is voor haar een ritueel, van omarmen en daardoor direct kalmeren. ‘Ik zal hier kalmeren […]. Ik ga naast mijn printer zitten. De machine staat op de tafel waaraan ik werk. Het is een typisch kantoorapparaat, een lomp, vierkant instrument. Ik leg mijn wang tegen zijn rechterkant. Glad, geruststellend kunststof. Hij staat op stand-by. Mijn energie wordt geabsorbeerd door het apparaat, de elektrische signalen in mijn zenuwstelsel worden door hem begrepen.’

In de trefzeker geschreven roman komt ook de printer aan het woord. Daaruit blijkt dat de genegenheid die de hoofdpersoon voelt wederzijds is. De printer noemt haar zelfs zijn partner. Sterker nog: de printer en de ik-figuur spreken elkaars liefdestaal. Zij herkent zijn geluiden en bewegingen en hij ontcijfert ‘in reeksen van nullen en enen, in kleine variaties in energie, wat haar bezighoudt en welk gevoel daarmee gepaard gaat’.
Hoewel de titel doet vermoeden dat de naam van de printer Xerox is, wordt de printer niet bij naam genoemd. Ook de ik-figuur heeft geen naam. Namen worden alleen in cursief weergegeven flashbacks genoemd. Dan gaat het om personen die voorkomen in haar herinnering. De medewerkers op kantoor worden echter niet bij naam gekend, alleen bij functie. Haar collega’s zijn ‘product’, ‘sales’, ‘marketing’, ‘hr’ en ‘partnerships’. En hoewel deze collega’s diverse pogingen doen om de hoofdpersoon te betrekken bij hun team, bijvoorbeeld door middel van lunchuitjes en goedbedoelde peptalks, is dit niet wat zij als medewerkster wil. Wat zij wil is gekend en begrepen worden zoals haar printer haar kent.
De romance tussen de hoofdpersoon en de printer roept de vraag op naar het normaal. Waarom kijken we hier vreemd bij op? Het verhaal van Veldman leert verder te kijken dan de aanvaarde norm. Een vergelijking van dit debuut met de bekende romancyclus Het Bureau van J.J. Voskuil ligt voor de hand, of met De verwarde cavia van Paulien Cornelisse. In het kantoorboek van Fien Veldman lijkt het kantoorleven als zodanig nog meer te worden bevraagd. Xerox staat dicht bij de roman Machines zoals ik van Ian McEwan, of bij de sciencefictionroman van Auke Hulst, De Mitsukoshi Troostbaby Company. Ook daar is sprake van een wederzijdse relatie met een ding, te weten een robot. Gaat bij McEwan uiteindelijk de robot ten onder, bij Veldman lijkt de ik-figuur vooral het lot met haar printer te willen delen. Het lot is voor haar een weloverwogen keuze. ‘Mijn magische denkwijze staat helemaal niet zo ver af van een gedeeld realiteitsprincipe, als iemand dat nou eens zag. Maar nee. Er zijn andere fantasieën waaraan je je mag onderwerpen, het liefst een leven lang. Dit is er [voor hen] niet één van.’

De jongste pennenvrucht van literatuurwetenschapper en journalist Fien Veldman is een rijke roman. Haar luchtige maar scherpzinnige kritiek op het kantoorleven stelt ons opnieuw voor vragen. Hoe geef je invulling aan je leven in een omgeving waar anderen voor jou de norm hebben bepaald?

 

Fien Veldman, Xerox. Atlas Contact 2023, 224 blz., € 22,99. Deze recensie verscheen in Liter 112.