door Menno van der Beek

Over Daniël De Waele, Vergeten rijkdom  |

 

Joodse teksten uit de Oudheid: iedere westerling is er in elk geval gedeeltelijk mee bekend, door de verzameling die ooit in de in de Fenicische stad Biblos uitgevonden codex is vastgelegd, bekend als de Bijbel. En tegelijk is er meer geschreven, onwaarschijnlijk veel meer zelfs, en Vergeten rijkdom van Daniël de Waele is een bustocht met vergezichten langs die teksten, met hier en daar een van deskundig commentaar voorziene stop, als we een uitzicht in meer detail krijgen te zien. Met zijn plezierige en soepele stijl neemt De Waele de lezer mee, de historische en politieke realiteit van het Midden-Oosten en vooral dus van Israël door en laat ons zien wie in welke situatie wat schreef. En waarom dan juist deze teksten op de zeef van de bijbelsamenstellers zijn blijven liggen en wat ze zeggen over de teksten die de eindselectie wel gehaald hebben. Het is dan ook haast en passant naast een boek over buitenbijbelse teksten tegelijk een boek over de geschiedenis van de taal, van het schrijven op potscherven, papier en perkament, van het eerst oprollen en later in stapels vastlijmen van tekst, maar ook over de cultuurgeschiedenis van de regio en over de politieke verschuivingen. Van hoe men de woede van zich afschreef, of hoe men zich in tekst vastklampte aan wat geweest was, wat men van vroeger wist of hoe men had gewild dat het vroeger geweest zou zijn, wat men afkeek bij de buurvolken en wat men in eigen vormen goot en dan: wat van dat alles uiteindelijk in de Bijbel terechtkwam. En – de focus van dit boek – wat erbuiten viel.
Want in die andere teksten worden dingen beantwoord die ook de driftige bijbelbladeraar zomaar zouden kunnen boeien: Hoe verging het de reuzen over wie we lezen in Genesis? Wat gebeurde er met Adam en Eva toen ze uit het paradijs waren verdreven? Welke hemelse gezichten kreeg Henoch? Hoe komt het dat Jozef kon trouwen met de heidense Asenet? En dan is er het Liber Antiquitatum Biblicarium, liefkozend lab genoemd, een geschrift uit het begin van de jaartelling waarin een onbekende Joodse auteur nieuwe details van bekende verhalen vertelt: hoe precies bijvoorbeeld Sisera door Jaël de tent wordt ingepraat, alvorens hij door haar aan de grond genageld wordt. De versie van Rechters is angstwekkend compact, de versie van lab is griezelig gedetailleerd: ‘En terwijl hij stierf zei Sisera tot Jaël: ‘Zie, de pijn heeft mij bevangen, Jaël, en ik sterf als een vrouw.’ En Jaël zei tot hem: ‘Ga maar opscheppen bij je vader in de onderwereld en zeg hem dat je in de handen van een vrouw bent gevallen.’’ Overigens kreeg Sisera in deze versie wijn door de melk. Men kan zich bij lezing soms goed voorstellen waarom sommige van de genoemde boeken de Bijbel niet gehaald hebben – als ze al niet te laat in de geschiedenis kwamen, natuurlijk. Het volgende verhaal komt uit een geschrift uit de tweede eeuw voor Christus, vergelijkbaar met de datering van het boek Daniël. Het testament van Ruben verhaalt van de precieze situatie waarin de titelheld na een onbedoeld waargenomen badscène valt voor de bijvrouw van zijn vader, iets wat in de sterfbedscène van Jakob in de Bijbel veel korter wordt afgedaan en op die manier misschien in de compacte formulering dwingender en pijnlijker blijft. Ook voor de kijk op het Nieuwe Testament zijn de aanhalingen van de ongebundelde schrijvers relevant. Het in het begin van de jaartelling geschreven De Vita Adae et Evae, het boek over het leven van Adam en Eva dus, geeft Eva vrij helder de schuld van de zondeval en de formuleringen van Paulus in de brief aan de Korintiërs zitten precies op dat spoor. Heeft hij het niet uit dat boek, dan zaten ze toch op één lijn.
Pieter Oussoren, theoloog en vertaler, bracht in 2008 Buiten de vesting uit, een fraai vormgegeven aanvulling op zijn meesterproef de Naardense Bijbel, en tegelijk was dit maar een beperkte selectie van deze hele langs en om de Bijbel bewegende literatuur: als men door dit soepele en uitvoerige boek van De Waele warm gemaakt is, wil men misschien zomaar meer van de genoemde teksten zien, ingeleid en samengevat op dezelfde fascinerende manier als de fragmenten in dit boek. En er is genoeg, zoals ook het hoofdstuk over de vondsten van de eeuwenlang droog bewaarde rollen uit de grotten bij de Dode Zee laat zien. Dit boek van De Waele moet men ondertussen dan op een veilige droge plek in de eigen boekenkast zetten, want in deze kaft is al heel veel van wat haast vergeten was weer gered en uitgelegd.

 

Daniël De Waele, Vergeten rijkdom. KokBoekencentrum, 2022, 352 blz., € 26,99