• door Leendert van der Sluijs |
Multitalent Huub Oosterhuis, overleden per Pasen, een ander leven onder de leden, hij dichtte, overdacht, en schreef ook korte verhalen, 35 in getal, en wat hij deed was onderzoeken, verkennen, ontdekken. In vertellende taal. Zijn verhalenbundel verscheen in 2016, kreeg de titel Wolf en lam; gelijkluidend het verhaal in het midden, onder een motto van Gerrit Achterberg: ‘Maar een geboorte is niet meer te stuiten / hoe ook de wolf verscheurt het lam’. Is er joods-profetisch een land waar wolf en lam vrienden zijn, er is ‘geen weg terug’ – zo geloofde hij.
Zijn lange leven lang, hij ging richting 90, schreef hij zijn verlangen uit in teksten. Twee decennia terug bouwde hij al Een huis waar alles woont. Hij ging de weg van vrije geesten. Te willen wonen in verhalen, daarover te dichten, te zingen, het is het vuur van het verlangen. Wat zingen betreft, citeerde hij Guillaume van der Graft, in Aandachtig liedboek: ‘tegen de lange duur van de dingen / tegen de jaren, laten we zingen / over het water aan de lippen / tegen de klippen op’.
Te schrijven over liefde en dood, over herkenning en vervreemding dus, het was hem een lieve lust. De verhalenbundel is het kloppend hart van een groot oeuvre. Wolf en lam bracht hij met elkaar in gesprek. Oosterhuis gedachtig, ga het ons om een solide solidariteit. Hoe of waarheen? In het verhaal ‘De een en de ander’ wordt geantwoord.
Zeg het, wolfje, zei het lam.
Mensen worden,
zei de wolf.
Ze gingen liggen, twee aan twee.
Het is een oud visioen. Van een Joodse profeet. En Oosterhuis vertelt verder:
Hij ontwaakte,
zocht de hand van de ander
en zei: ik droomde –
en hij vertelde de droom
en zei:
zo werden we jij en ik,
dag hand.
Hij voelde geen hand
maar de grond
die hem in haar armen nam.
Zo lag hij.
Toen de ander zag
dat hij dood en veilig was
wandelde zij naar de horizon
en beklom de trappen van het licht.
• n.a.v. Huub Oosterhuis (1933 – 2023); Huub Oosterhuis, Wolf en lam. Korte verhalen over liefde en dood, 2016, Ten Have Utrecht, 192 blz.