• door Lucky Fonz III •
In de keuken van het klooster zag ik ze rond het zwarte kommetje staan, als een roedel wolven rond een baby, terwijl ze met hun Franse vingers de Parmezaanse kaas bepotelden en daarna de pijnboompitten verstampten. De basilicumblaadjes werden aandachtig bestudeerd, alsof ze per stuk verkocht worden, alsof ze niet gewoon in de tuin groeien. Tot dat moment had ik mijn leven geleid in de overtuiging dat pesto geen ingrediënten bevatte, maar zelf een ingrediënt was. Wat mij betreft was pesto een groen goedje uit de natuur, in feite een soort wier, dat werd geronnen uit de pittoreske meren van de Pesto-vallei. Misschien waren ze de pesto aan het ontleden, op dat basalten tafelblad, als voorbereiding op een anatomische les in de keuken, die ik alleen maar had bezocht in de hoop dat er nog iets te eten voor me lag.
Ik vroeg me af of er, naast de ingrediënten die ik zag, ook zout behoorde te gaan in zelfgemaakte pesto. Ik vervloekte alle drie de jongens, googelde naar het antwoord en liep terug de gang in. Daar beloofde ik mezelf om nooit mijn eigen pesto te maken. Ik bleef er eventjes plechtig bij stilstaan, in de hoop dat ik deze belofte niet zou verbreken, zoals ik wel had gedaan met mijn eerder gemaakte belofte om überhaupt nooit te koken.
Het is mij gelukt om zevenendertig te worden zonder ooit te koken, nog geen ei. De eerste achttien jaar kookte mijn moeder voor me, de zes jaar daarna snackbarhouders, pizzeria-medewerkers, zussen, vrienden en huisgenootjes. Daarna werd ik artiest in een wereld waar hulpeloosheid bewonderd wordt als een mogelijk teken van de artistieke geest. Tourmanagers en artiestenbegeleiders verzorgden mijn voedsel, en ik maakte hun voorspelling tot een zelfvervullende: de tijd en energie die in de keuken verloren zou zijn gegaan, werd nu gewonnen voor de kunsten. Ik had nooit het gevoel dat ik daardoor iets miste: mijn relatie met eten kende passie noch afkeer. Toch ben ik twee jaar geleden begonnen met koken, omdat mijn vriendin mij overtuigde dat zelfbereid voedsel zowel lekkerder als gezonder zou zijn. Bovendien zou het mij helpen met de chronische ‘vervreemding’ die mij zo vaak zwaarmoedig had gemaakt. Koken zou me het zicht teruggeven op de relatie tussen mijn eigen geest, die zich bevond in mijn te voeden lichaam, en de geest van de wereld om mij heen, die zich bevond in een knoflookteentje.
Uit het niets leren koken bleek lastig, alsof ik een taal moest leren met behulp van boeken die in die taal geschreven zijn. Eén van mijn problemen was het ontcijferen van termen die een maat aangeven; wolkje, mespuntje, snufje. Een mespuntje of een snufje; voor een cokesnuiver klinkt het als ongeveer evenveel. Ik droomde de droom van de analytische taalfilosoof en verlangde naar recepten zo puur en helder als wiskunde. Gelukkig kwamen die van HelloFresh in de buurt. In de aan huis geleverde doos zaten alle benodigde ingrediënten, in precies de juiste hoeveelheid, inclusief gedetailleerd recept met plaatjes. Als er voor een ‘pasta pesto met zalmfilet’ werd gesproken over ‘twee eetlepels’ pesto, dan zat er ergens in de doos een klein wegwerpflesje met exact die hoeveelheid pesto. Op het plaatje stond hoe de pesto eruit moest zien nadat het was uitgeknepen. Een groter probleem waren de ingrediënten zelf. Ui bleek glibberig van binnen, vloeistoffen bleken vloeibaar en rauwe vis bleek koud en slap. Zelfs bij een perfecte zelfgemaakte pasta pesto met zalmfilet nam ik mijn eerste hapjes kokhalzend, omdat het voelde alsof ik iets in mijn mond stak dat ik zojuist nog met mijn eigen blote vingers had verwond, om het vervolgens te bedekken met het gruis van kruiden, blaadjes en smerige sappen.
Toen ik in een film een rijke Singaporees hoorde zeggen dat het lekkerste eten altijd uit een stalletje van een straatverkoper zal komen, omdat alleen die hun hele leven toewijden aan één specifiek gerecht, wist ik wat te doen. Ik kan nu zonder al te veel drama een pasta puttanesca maken. In pasta puttanesca gaat geen pesto, zoals er ook in zelfgemaakte pesto geen zout gaat. Dat is niet nodig omdat Parmezaanse kaas van zichzelf al zout genoeg is.