Over The hill we climb van Amanda Gorman, vertaald door Zaïre Krieger
Door Menno van der Beek
Joe Biden werd woensdag 20 januari 2021 officieel de 46e president van de Verenigde staten en om dat te vieren las de 23-jarige Amanda Gorman, gestoken in vrolijk geel en sierlijk rood, haar speciaal voor de gelegenheid gecomponeerde gedicht ‘The hill we climb’ voor. Ik was speciaal voor CNN gaan zitten om het live te volgen en werd niet teleurgesteld: een indrukwekkend optreden.
Ik schreef hierboven ‘componeerde’, want hoewel het voor de argeloze toehoorder een losjes samengesteld, bij vlagen haast kabbelend gedicht lijkt, zijn er heel veel draadjes van klank in gespannen, veel woorden vinden een hele of een halve regel later een echo, in een slim binnenrijm of in een attente alliteratie. En ik weet dat het een muzikaal gedicht is, omdat een redacteur van een kleine onafhankelijke Nederlandse krant me de donderdag volgende op de inhuldiging vroeg, of ik misschien bij wijze van haastklus het gedicht kon vertalen. Ik had er maar een paar uur voor, gezien de deadline, wierp er een losse blik op en zei: ‘Dat doe ik graag.’ Toen ik eenmaal achter mijn bureau dieper in de tekst dook, zag ik pas hoe slim het in elkaar zat, en hoe lastig het nog was, dat naar het Nederlands te krijgen: ik sloeg de maaltijd over, en net iets na de eigenlijke deadline kregen we het nog met vereende krachten in de krant van vrijdag. Het werd een mooie pagina. Ik heb er een exemplaar van in een archiefmapje zitten, dus ontkennen heeft nauwelijks zin.
Dat dat ontkennen noodzakelijk zou kunnen worden kwam door het vervolg. In februari 2021 werd aangekondigd dat Marieke Lucas Rijneveld het gedicht zou gaan vertalen, maar toen ontstak er op sociale media een storm, want, zo werd er gezegd, hoe kon iemand, die zelf niet Afro-Amerikaans was, dit gedicht ooit goed vertalen? De uitgever ging in de verdediging: de NRC van 26 februari schreef in het cultuurkatern: ‘[uitgeverij] Meulenhoff roept de hulp in van sensitivity vertalers […] Dit soort meelezers zijn er om schrijvers te behoeden voor uitglijders richting minderheden.’ De kleine krant berichtte wel over de Rijneveld-rel, door bijvoorbeeld een artikel van de Volkskrant van 27 februari 2021 over te nemen, ‘Marieke Lucas Rijneveld geeft opdracht om Amanda Gorman te vertalen terug na ophef’, maar over de door de kleine krant bestelde en toen een paar weken geleden paginagroot afgedrukte vertaling werd niet gesproken. Men maakte zich zorgen over de verdedigbaarheid van een vertaling door een Kaukasische man van middelbare leeftijd of, en dat kan ook, men werkte bij de kleine krant enigszins langs elkaar heen.
Het verzet van de uitgever tegen de kritiek op Rijneveld duurde niet lang, want de uitgever ging om, men ging op zoek naar een andere, meer passende vertaler. Dat werd, blijkens de NRC van 9 juni, Zaïre Krieger, een Rotterdamse spoken word-artiest. En die kreeg er een paar maanden de tijd voor. De NRC schreef op de voorpagina van de krant van 9 september: ‘Eindelijk is de vertaling van Amanda Gormans inauguratiegedicht er’, en op pagina 3 van het cultuurkatern werd die ‘Subliem’ genoemd, vanwege haar ‘subtiele omgang met het Amerikaanse Jingoïsme’. De Volkskrant van 21 augustus tekende uit de mond van dichter Jean Pierre Rawie als antwoord op de vraag ‘Wat vond u van de ophef […] waarbij […] Rijneveld zich terugtrok als vertaler?’ dit antwoord op: ’O, die rel over dat flutgedicht […] Mijn theorie is dat de hoeveelheid gekte per generatie even groot is, maar dat het zich op een andere manier uit.’ De kleine krant, ondertussen, besteedde op 10 september 2021 een hele pagina aan de vertaling van Krieger, een mengsel van voorzichtige lof en wat kalme kritiek, onder de titel ‘Gedicht dat je hardop moet lezen’. En net als eerder werd de eigen geëtaleerde vertaling niet aangehaald of ook maar genoemd. Schaamte, of vergeetachtigheid? Vermoedelijk ben ik de enige die daarmee bezig is. Maar opvallend is het toch wel, als u mij toestaat. Men had ook de kans kunnen zien de vraag te stellen of geslacht, etniciteit en leeftijd bepalend moeten zijn voor wie voor welke tekst de aangewezen vertaler is.
En dan over de in dit boekje gepresenteerde vertaling. Voor de duidelijkheid, het tweetalig gepresenteerde gedicht beslaat, door het erg breed uitgemeten te presenteren, het hele boek. Links het Engels, rechts het Nederlands. Op papier werkt het Engels wat mij betreft minder goed dan toen ik het via de televisie hoorde, en tegelijk kan dat bezwaar bestreden worden door het gedicht hardop voor te lezen of anders, misschien beter nog, een passend iemand te zoeken die het wil voorlezen. Wat het Nederlands betreft: ik heb af en toe de indruk dat er zinnen uitkomen die, als het geen vertaling was, maar een oorspronkelijk Nederlands werk, er anders uit zouden hebben gezien.
Neem, bijvoorbeeld, de openingsregels. In het Engels luiden die: ‘When day comes, we ask ourselves / Where can we find the light / In this never-ending shade? / The loss we carry. A sea we must wade.’ Bij Krieger wordt dat: ‘Als de dag aanbreekt / vragen we ons af / Waar kunnen we licht vinden / In deze oneindige nachten? / Het verlies dat we bevaren, golven nog opwachtend.’ Ter vergelijk, de kleine krant had, twee dagen na de inauguratie: ‘Nu het ochtend wordt vragen wij ons af / : waar is het licht na deze eindeloze nacht? / Het verlies dat we meedragen, het pad door de zee dat ons nog wacht.’
Of dit fragment, met in het Engels: ‘We lay down our arms / so that we can reach our arms out to one another / We seek to harm no one, and harmony for all.’ Bij Krieger wordt dat: ‘Onze handen gebald als vuisten / Gaan open om een hand te reiken / Om met niemand naar een handgemeen te streven, maar in gemeenschap samen te leven.’ De kleine krant had: ‘We ontwapenen om elkaar te omarmen / We willen niemand raken / en iedereen gelukkig maken.’
Wat mij betreft heeft etniciteit heel weinig met de kwaliteit van de geproduceerde vertaling te maken. Ik vind de vertaling van Krieger soms wat omslachtig geformuleerd, maar verder goed te volgen, er is een poging gedaan de muziek erin te houden, en tegelijk is haar Nederlandse tekst vrij formeel en daardoor soms stroef, misschien omdat ze ook hier en daar voor een wat archaïsch woordveld kiest (‘grieven’, ‘heibel’, ‘fier’). Maar ook dat kan heel goed aan mij liggen. Misschien kan de kleine krant er nog een keer over schrijven: dat het bijvoorbeeld helemaal niet nodig is om Zaïre Krieger te verbieden een stuk van Shakespeare te vertalen omdat ze geen blanke man van middelbare leeftijd is.
Amanda Gorman, The hill we climb, vertaald door Zaïre Krieger, Meulenhoff, Amsterdam 2021