Over Wat is kunst? Begin een eiland… van Ted van Lieshout

Door Rien Fraanje

Voor deze rubriek bespreken we doorgaans geen jeugdboeken. Voor deze ene keer moeten we daar een uitzondering op maken. Daarvoor zijn twee redenen. De eerste is dat het te bespreken boek gewoonweg briljant is. De tweede is dat het ook voor volwassenen relevant is. 

In het boek Wat is kunst? Begin een eiland… beantwoordt de gelauwerde jeugdboekenschrijver Ted van Lieshout op heldere en bevlogen wijze de vraag die hij in de titel stelt. Dat doet hij door twee parallelle verhalen te vertellen. Het eerste verhaal is de rode draad van het boek. Het is een dialoog tussen een meisje die aan de schrijver vraagt: ‘Wat is kunst?’ Van Lieshout antwoordt haar: ‘Kunst is alles wat je doet om niet dood te gaan van verveling.’ 

Het zal niet verbazen dat het meisje met dit antwoord aan het begin van het boek nog weinig kan. Sterker, ze begrijpt het niet. Dan zegt de schrijver: stel je voor dat je schipbreuk lijdt en aanspoelt op een onbewoond eiland. Wat ga je dan doen? 

Het meisje zegt dat ze eerst op zoek gaat naar eten en drinken en een veilige plek om te slapen. Prima, antwoordt de schrijver, en als je dat op orde hebt, wat doe je dan? 

Het meisje vertelt dat ze dan van kokosnoten mooi versierde bekers gaat maken en dat ze met het houtskool dat overblijft van het vuurtje dat ze heeft gestookt tekeningen maakt op de wand van de grot waar ze schuilt voor gevaar. 

Dan begint het haar te dagen: zonder dat ze het zelf in de gaten had, is ze begonnen met scheppen en creëren. Van Lieshout legt haar uit: ‘Als alles wat je nodig hebt om in leven te blijven er is (eten, drinken, slaapplaats, veiligheid) ga je dingen doen die ervoor zorgen dat het leven leuker wordt. Al die dingen zijn kunst. (…) Als mensen niet iets maken of ondernemen, kwijnen ze weg en gaan ze na een poosje moedeloos dood. Maar het verdrijven van verveling is geen doel. Iets moois of nuttigs maken, iets beleven waar je plezier uit put wordt uiteindelijk het doel.’ 

Wat mij aanspreekt aan de definitie van Van Lieshout is dat die kunst duidelijk aan zingeving relateert. Mensen hebben niet alleen water, brood en een dak boven hun hoofd nodig. Nee, mensen verpieteren als ze niet kunnen scheppen, hun creativiteit aanspreken, ontdekken. Van Lieshout onderwijst: ‘Zoals een lichaam aangeeft dat het honger heeft als het eten wil en moe wordt als het slaap nodig heeft, zo laat je ziel weten dat-ie honger heeft doordat je wordt overvallen door verveling. Die moet je dus voeden. (…) En alles wat je eraan te eten geeft heet kunst.’ 

Daarmee geeft Van Lieshout kunst een ruime definitie en voorkomt hij dat kunst een exclusieve en elitaire bezigheid wordt. Hij stelt het zelfs expliciet: ook mensen die denken niets met kunst te hebben, houden ervan om iets moois te maken en hebben behoefte dat hun ziel wordt gelaafd. 

Daar staat tegenover dat een dergelijke ruime definitie ook al snel discussie oproept. Zo vraagt het meisje zich af in hoeverre sport zich nog onderscheidt van kunst. Ik denk dat Van Lieshout terecht vaststelt dat dat verschil niet groot is. ‘Sport is de kunst van de lichamelijke inspanning en kunst de kunst van de geestelijke inspanning,’ legt hij haar uit. ‘Bij sport levert je lichaam een topprestatie en bij kunst doet je geest dat.’ 

Het meisje bekritiseert dat onderscheid, want bij veel sporten moet je goed kunnen nadenken en bij kunst moet je ook handig zijn. Van Lieshout geeft haar gelijk en doet vervolgens een nieuwe poging: ‘Het verschil is wel dat als je klaar bent met kunst, je iets gemáákt hebt. Een beeld of een schilderij of zo. Bij sport máák je niets.’ Maar ook dat moet hij na tegenspraak van zijn zelf gecreëerde tegenspeelster weer nuanceren, want met sport kun je een mooie sportprestatie neerzetten of een (persoonlijk) record maken. 

Van Lieshout geeft duiding aan zijn ruime definitie in de tweede verhaallijn. Naast de dialoog tussen hem en het meisje, levert Van Lieshout in dit rijk geïllustreerde en prachtig vormgegeven boek vele voorbeelden van kunstwerken van lang en nog maar kort geleden. Onder meer beelden, foto’s, film, schilderijen en kalligrafie passeren de revue en Van Lieshout geeft er een boeiende en enthousiaste uitleg bij. 

Zelfs een prachtig versierde kokosnoot komt voorbij. Die kokosnoot is dus niet – via Van Lieshout – ontsproten aan de fantasie van het meisje, maar blijkt daadwerkelijk een kunstobject te kunnen zijn. Om van kunst te kunnen genieten en de noodzaak van kunst te begrijpen, moet je met de ogen van een kind kunnen kijken. Daarom zou het dit mooie boek tekort doen als alleen kinderen en jongeren er kennis van nemen. Van Lieshout leert iedereen, ook zij die denken niets met kunst te hebben, dat ze niet zonder kunnen. 

Ted van Lieshout, Wat is kunst? Begin een eiland…, Amsterdam: Leopold, 2020. 24,99. 144 pag.