Gerda van de Haar over Buitenaards Koraal van Mark de Haan
Een ‘handplantenrage’, waarbij jongeren een klein plantje in hun hand laten groeien: het is een van de licht-fantastische elementen die het verhalendebuut Buitenaards koraal van Mark de Haan spannend maken. Al dan niet in de vorm van science fiction laat de oud-redacteur van Liter (essays) gekke dingen gebeuren, die vrijwel steeds een commentaar op de bekende wereld inhouden.
In ‘Stem van ver’ bijvoorbeeld is de wereld overgenomen door schermen. Een klein clubje pubers begint een samenzwering tegen deze maatschappij, maar of het komt door een preoccupatie met wreedheid of door onmacht, het lukt ze niet om een wending te bewerkstelligen. In het verhaal ‘Hond’ vat een vrouw religieuze verering op voor een verdwenen andere vrouw, iemand die heeft voorspeld dat hond en mens een nieuwe soort zullen worden, iets dat door de bekende biologische gegevens wordt ondersteund. En in ‘De laatste dagen van de mens Godevaert’ wordt in archaïsche stijl het absurd-komische verhaal verteld van een gamer. ‘Godevaert liep met papier in en om zijn schoenen, want papier bedekte de aarde en geen boom was nog in leven, behalve misschien de levensboom.’
In een literair klimaat waarin het, als je op de media afgaat, een pre is wanneer je de hele tekst letterlijk mag opvatten, is dit debuut een belangrijke stellingname. Het verkent de mogelijkheden van het vertellen en het draagt onder meer de breed gelezen sf de literaire wereld binnen.
Hoe moeilijk het echter is om nieuwe wegen te bewandelen, blijkt als de twee meest geslaagde verhalen toch het dichtst bij de direct ervaarbare wereld blijven: ‘brin17va’ en het in 2016 in Liter verschenen openingsverhaal ‘Machmut Kanzal’. Het fantastische element is hier niet wetenschappelijk of droomtechnisch verantwoord, maar een bijna vanzelfsprekende uitvergroting van de vertelde wereld. Er vindt maar een kleine verschuiving plaats – en die is beangstigend, want maakt slachtoffers.
In deze verhalen vallen de beelden op, zoals ‘buitenaards koraal’ voor de series buitenland-antennes op flatgebouwen, de scènes, zoals het verstoken van de keukentafel op de betonnen kamervloer, ook het perspectief (steeds van de benadeelde) en daarmee samenhangend de observaties, zoals wanneer Machmut met verbazing de nerveuze woordenwisselingen tussen de ouders van zijn vriend vergelijkt met de harmonie van het oerpatroon bij hem thuis. Beide verhalen impliceren bovendien commentaar op de publieke opinie: in het geval van Machmut merk je wat de vrijheid van meningsuiting betekent als die ook Mohammed-cartoons moet omvatten en in ‘brin17va’ vallen een jongen die reeds slachtoffer is MeToo-achtige beschuldigingen ten deel. Bizarre humor doet de rest.
Het wordt, kortom, tijd dat verhalen weer fantastisch mogen zijn. In dat opzicht maakt het debuut van Mark de Haan (1987) erg nieuwsgierig naar de roman waar hij blijkens de flaptekst mee bezig is.
Mark de Haan, Buitenaards koraal. Verhalen. Uitg. In de Knipscheer, Haarlem 2020, Extazereeks 7. 151 blz., € 17,50.